HomeKennisbankMarktinformatiePersoneelsschaarste brengt positie van voedingssector in gedrang

Personeelsschaarste brengt positie van voedingssector in gedrang

Al ruim drie jaar staat bij voedingsmiddelenfabrikanten en -groothandels een tekort aan arbeidskrachten bovenaan hun lijstje met grootste belemmeringen. Oplossingen zijn hard nodig, ook omdat er meerdere redenen zijn waarom die schaarste naar verwachting aanhoudt. In de komende jaren is de combinatie van vergrijzing, een dalende instroom van nieuw talent en stagnerende productiviteitsgroei dan ook zorgwekkend. Dit vraagt onder andere om een sterkere strategische verankering van personeelsbeleid binnen de voedingssector. Dat stelt ING Research in een nieuwe sectorstudie.

Structurele zorgen omtrent personeel bij grootste industriële werkgever
De voedings- en genotmiddelenindustrie is de grootste werkgever binnen de Nederlandse industrie. Personeelstekort is al tijden de voornaamste belemmering voor bedrijven en een grotere belemmering dan in andere Europese landen. Dit ondanks de sterke stijging van de lonen in de afgelopen jaren. Verdere automatisering is een veel gehoord advies. Hoewel daar investeringsmogelijkheden liggen, ligt daar niet altijd de oplossing. De Nederlandse voedingsindustrie is namelijk qua arbeidsproductiviteit al koploper binnen de EU en robots behoren bij veel bedrijven tot de vaste krachten.

Ceel Elemans, ING Sector Banker Food: “Automatisering en robotisering hebben de Nederlandse voedingssector veel gebracht. Maar investeringen in state-of the art productielijnen zijn weinig waard zonder mensen die verantwoordelijk zijn voor wat die lijn moet maken.”

Onze verwachting is dat de zorgen rondom personeel de komende jaren alleen maar toenemen. Ten eerste stijgt het aantal mensen dat de sector verlaat door vergrijzing. Onze inschatting is dat van 2025 tot 2030 zo’n 1 op de 7 werknemers in de voedingsindustrie met pensioen gaat. Ten tweede is verjonging een uitdaging. Binnen het werknemersbestand nam de groep jongeren in 2023 en 2024 af. Dat is extra zorgwekkend voor voedingsbedrijven die op zoek zijn naar nieuw talent omdat ook het aantal studenten op diverse relevante opleidingen daalt. De meeste banen binnen de voedingsindustrie zijn mbo-functies. Het aantal mbo-studenten in de richting techniek en procesindustrie is echter met 7% gedaald sinds studiejaar 2019/20. In dezelfde periode nam het aantal ingeschreven studenten bij hbo-opleidingen in de richting techniek met 12% en in agro & food zelfs met 26% af.

Ceel Elemans, ING Sector Banker Food: “Minder instroom van talent verzwakt de concurrentiepositie van de Nederlandse voedingsindustrie, ook omdat in andere EU landen die problemen minder spelen.”

Door de productiviteit te verhogen kan je met minder mensen meer doen. De voortekenen voor de komende jaren zijn alleen niet gunstig. Gecorrigeerd voor inflatie nemen investeringen in machines en installaties nauwelijks toe en investeringen in innovatie zijn zelfs gedaald ten opzichte van tien jaar terug. Ondertussen is verduurzaming noodzakelijk maar investeringen op dat gebied zijn lang niet altijd productiviteit verhogend. Denk bijvoorbeeld aan de vervanging van een gasoven door een hybride oven. Generatieve AI maakt weliswaar zijn intrede maar we verwachten in de komende 1 á 2 jaar hierdoor nog geen sterke verbetering van de productiviteit.

Dat bedrijven in de sector voor de oplossing verder kijken dan automatisering en personeelsbeleid centraler te stellen komt nadrukkelijk naar voren in een tiental gesprekken met ondernemers. Deze bedrijven zijn meer nadruk gaan leggen op diverse aspecten van hun personeelsbeleid waaronder werving & selectie, opleiding & ontwikkeling en werknemersbetrokkenheid.

Elk bedrijf maakt hierin zijn eigen keuze. Zo profiteert Bolletje bij de werving van nieuwe mensen van zijn naamsbekendheid. “Maar dan nog is het ook voor ons lastig om operators te vinden”, aldus CFO Roel Veld. “Vandaar dat we veel nadrukkelijker in contact zijn met technische opleidingen”. CEO Alfred Attema van snoepfabrikant CCI Candy stelt: “Omdat we voor huismerken produceren hebben we geen eigen merk. Maar we hebben wel een sterke eigen identiteit en zetten volop in op innovatie waardoor we opvallen bij jonge mensen.” TerraSana, dat biologische en plantaardig producten maakt, staat voor ‘positive eating’. Volgens directeur Boudewijn van der Kroft maakt die heldere boodschap dat mensen daar ook bij willen horen.

Ceel Elemans, ING Sector Banker Food: “Bij veel voedingsbedrijven is er de druk om continue te produceren en zijn ploegendiensten de norm. Binnen die strakke kaders is flexibilisering lastig, dus leggen bedrijven zich vooral toe op andere aspecten van eigentijds werkgeverschap.”

www.ing.nl