Onderzoekers van LEI Wageningen UR hebben geanalyseerd wat de milieu-impact is als je uit twee soorten zeewier plastic maakt. Dit deden zij door al tijdens de experimenteerfase een levenscyclusanalyse uit te voeren. Belangrijke conclusie: het gebruik van zeewier als biomassa lijkt fundamenteel milieuvriendelijker te zijn dan bijvoorbeeld maïs of suikerriet. Tegelijkertijd valt er nog veel milieuwinst te boeken.
Experimenteel onderzoek van Wageningen UR Food & Biobased Research leverde twee interessante proofs of concept op. Onderzoekers hebben namelijk succesvolle processen ontwikkeld voor de raffinage van twee soorten zeewier tot bioplastics. Uit de Ulvalactuca is polymelkzuur te halen, geschikt als grondstof voor bijvoorbeeld een biobased frisdrankfles. En de Gracilariavermiculophylla levert polysachariden waarmee bijvoorbeeld plastic verpakkingsfolie te maken is.
De vraag is natuurlijk: kan zeewier als grondstof voor bioplastics uitgroeien tot volwaardig alternatief voor fossiele grondstoffen? “Een voorwaarde is natuurlijk dat je de productie economisch rendabel kunt maken”, zegt onderzoeker Sander van den Burg van LEI Wageningen UR. “Maar er spelen ook andere factoren een rol, zoals de impact van de productieketen op het milieu.”
Levenscyclusanalyse
Precies naar dat aspect deden Van den Burg en collega’s van LEI Wageningen UR onderzoek. Zij gebruikten hiervoor het instrument ‘levenscyclusanalyse’. “Met deze methode hebben we de milieu-impact van de totale productieketen in kaart gebracht, van de zeewierteelt tot en met de afvalverwerking van de eindproducten. Het voordeel van deze methode is dat we de analyse al maken terwijl het proces nog lang niet uitontwikkeld is. Zo kom je precies te weten welke schakels in de keten het meest milieubelastend zijn. Je kunt dus tijdig werken aan verbeteringen. Denk aan een andere, minder milieubelastende productiemethode. Of aan een betere benutting van restproducten.”
In potentie milieuvriendelijk
Uit de analyse kwam naar voren dat zeewierteelt in potentie zeer milieuvriendelijk is. Van den Burg: “Zeewier haalt de nutriënten rechtstreeks uit water. Je gebruikt dus geen vervuilende meststoffen, zoals bij de teelt van mais en suikerbiet. Ook heeft zeewierteelt relatief weinig negatieve gevolgen voor de biodiversiteit. Dit maakt zeewier tot een interessante grondstof.”
Het moet nog wel efficiënter
De teelt moet alleen nog wel veel efficiënter, zegt Van den Burg. “Natuurlijk kun je een efficiencyslag maken naarmate de teelt grootschaliger wordt. Verder speelt de teeltlocatie een rol. De zeewier in dit onderzoek is geteeld in Portugal, waar relatief weinig energie duurzaam wordt opgewekt. Dit beïnvloedt het analyseresultaat negatief. En tot slot is ook de methode van voorbehandelingvan invloed. Uit milieuoogpunt verdient een methode de voorkeur waarbij zo min mogelijk water en oplosmiddelen worden gebruikt.”
Zo hoogwaardig mogelijk
De onderzoekers hebben ook gekeken naar het gebruik van restproducten uit zeewierteelt. “Stel dat je 25% van de droge stof gebruikt voor de productie van plastics, dan blijft er 75% over. De uitdaging is, die overgebleven hoeveelheid zo hoogwaardig mogelijk te verwerken, bijvoorbeeld tot diervoeder. Het voordeel is dat je die hoeveelheid dan niet uit andere soorten biomassa hoeft te halen. Zeewier verdient dan de voorkeur, want daarvoor is geen kostbare landbouwgrond nodig.”
Van den Burg en zijn collega’s hebben niet specifiek gekeken naar de kosten van plastic uit zeewier. “Maar het spreekt voor zich dat minder energieverbruik leidt tot lagere kosten van het eindproduct. Ook uit economisch oogpunt is het dus zeker verstandig ook naar de milieueffecten te kijken.”
Kijk voor informatie op www.wageningenur.nl.